‘Daar zat ik dan. Zomaar ineens bij vreemde mensen in huis. Moest dit mijn thuis worden? Wilde ik dit wel? Hoe zou er over me gedacht worden? Het voelde raar, al wist ik dat het hier waarschijnlijk beter zou zijn dan bij mijn biologische ouders. Maar dat gevoel was ook niet gek, toch?
Tweeëneenhalf jaar geleden kwam ik bij Pieter en Annemarie wonen. Je zou denken dat het dan nog steeds niet echt als een thuis met ouders voelt. Toch voelt het voor mij wel zo. De mensen die Pieter en Annemarie kennen zullen wel weten dat Het Huisgezin gewoon een superfijn plekje is om te zijn. Of je nu gast, vrijwilliger of bonuskind bent.
Thuis bij mijn ouders ging het al langere tijd niet goed. Mijn ouders die in Somalië opgegroeid en islamitisch zijn, voedden mij op naar hun culturele normen en waarden, en levensperspectief, terwijl ik in Nederland opgroeide. Dat botste enorm en zo erg dat er zelfs sprake was van fysieke en mentale mishandeling. Niet veel mensen waren hiervan op de hoogte, omdat ik best gesloten en op mezelf was. Ik hield veel voor mezelf en mijn ouders in een kwaad daglicht zetten was een ‘no-go’ voor mij.
Ergens wist ik wel dat de situatie waar ik in zat niet goed voor me was, maar toch wilde ik er niet aan toegeven en loyaal blijven aan mijn ouders. Totdat het een keer escaleerde en ik wegliep. Ik werd als vermist opgegeven en ik zag het niet meer zitten om thuis te komen. Waarom zou ik teruggaan naar een plek waar ze me toch niet willen hebben, dacht ik. Toch ging ik de volgende dag naar huis terug en sindsdien kreeg ik begeleiding van Jeugdhulp Friesland. Ik durfde steeds meer over mijn gevoel te praten en begon echt meer mezelf te worden. Ik zag hoe het bij mijn vriendinnen thuis was en ik besloot zelf dat ik niet meer bij mijn moeder wilde wonen. Hoewel het lastig was om dat te vertellen, wist ik dat ik zo niet verder kon.
Na een kennismakingsgesprek met Pieter en Annemarie, wat erg goed aanvoelde, ben ik 23 maart 2018 bij hen komen inwonen. Ik was vijftien, droeg een hoofddoek en had geen idee hoe mijn tijd hier eruit zou zien. De eerste paar weken ben ik wel erg op mezelf geweest. Ik vermeed zoveel mogelijk contact en wilde het liefst zo snel mogelijk naar mijn kamer. Ik had tijd nodig om alles te laten bezinken.
Gelukkig stond ik er niet alleen voor en kreeg ik hulp van veel lieve mensen om me heen: Pieter, Annemarie, mijn super lieve vriendinnen, Dorijn (vertrouwenspersoon op school) en mijn geweldige hulpverleners waar ik het zo mee heb getroffen. Beetje bij beetje begon ik een ander persoon te worden die zelf keuzes kon maken en die wat zekerder stond in het leven. Daar heb ik natuurlijk de nodige hulp voor gehad en ik ben er nog niet, maar alles op z’n tijd.
Al vrij snel groeide mijn band met Pieter en Annemarie, en ook met Bram en Rosanne kan ik het heel goed vinden; het voelt gewoon goed aan. Tuurlijk, soms is het gek en ook wel lastig dat je die band niet met je eigen ouders hebt. Maar ik ben blij met mijn plekje hier.
Tweeëneenhalf jaar later ben ik dankbaar voor waar ik nu sta, mogelijk gemaakt door Pieter en Annemarie. Ik leer en ontwikkel me nog steeds en dat zie ik ook met de andere kinderen in huis gebeuren. Dat is mooi om mee te maken. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen problemen en eigen verhaal. Toch blijft de sfeer in het gezin goed!
Ik ben trots op Pieter, Annemarie, Bram en Rosanne die iedereen in het gezin accepteren (en met mij moeten dealen ????) en natuurlijk op alle vrijwilligers die dag en nacht klaar staan voor Het Huisgezin.’